Saturday, December 29, 2012

maandag 27 februari 2012


Tasmanië


Hier op Tasmanië wordt het Australische vasteland met enig vertoon van ironie het 'noord-eiland' genoemd. Tasmanië is 1,5 keer Nederland en het noord-eiland is 44 maal zo groot als Nederland, dus er is wel sprake van een Calimerocomplex. De inboorlingen hier zijn echter heel trots op hun eiland. Dat snap ik ook best want mooi is het hier zeker. Als Australië een dorre woestijn met een groen randje is, is Tasmanië een enorm bos met een agrarisch randje. Driekwart van het eiland is beschermd natuurgebied. Op het hele eiland wonen pakweg 500.000 mensen dus je mag wel zeggen dat het dun bevolkt is. Ik sprak daarover met een moteleigenaar, die wel wist dat Nederland druk bevolkt is maar zich daar geen goed beeld bij kon vormen. Ik heb hem voorgesteld om alle 22 millioen Australiërs zich allemaal in Tasmanië te laten vestigen. Dan zou de bevolkingsdichtheid in de buurt komen van die van Nederland.

Ik maak in een weekje een tour rond het eiland, tegen de klok in, met verblijf in wat fraaie kustplaatsjes en 2 dagen in de hoofdstad Hobart. Hobart is een relaxte stad, zonder de hoogbouw en de allure van Sydney of Melbourne. De sfeer hier heeft wel wat weg van die in een gemiddelde Nederlandse provinciestad. Hobart heeft een heel aantrekkelijk havenfront, met kades en oude warenhuizen die zijn omgebouwd tot luxe restaurants en hotels. Hobart, met 200000 inwoners en Launceston, met 75000 zijn de enige 'grote' steden. Verder zijn er veel aangename kustdorpjes, waarvan ik er een paar heb leren kennen. Stanley, in het noord-oosten is misschien wel de leukste. Het dorp ligt op een landtong aan de voet van een puistachtige berg, de kern van een miljoenen jaren geleden uitgedoofde vulkaan. De vulkaan is volledig weg geërodeerd, maar de harde basaltkern staat er nog. 'The Nut', noemen de inboorlingen hem. Overmorgen zit de Tasmanië trip er alweer op en ga ik met de veerboot terug naar Melbourne.

Maar eerst een dagje TV. Vandaag wordt de Oscaruitreiking integraal uitgezonden en daar kijk ik altijd graag en met enige verbazing naar. Voor die uitzending wordt het einde van de politieke soap uitgezonden die hier in Australië al wekenlang woedt. Er is een strijd om het leiderschap van de labourpartij gaande tussen de huidige premier en haar voorganger. Vandaag kiezen de labour parlementariers wie ze als leider willen. De keuze is tussen een competente, maar weinig populaire en weinig mediagenieke manager (Julia Gillard, de huidige premier) en haar incompetente maar populaire uitdager (Kevin Rudd, haar voorganger die halverwege zijn regeringstermijn werd vervangen). Met Julia Gillard aan het hoofd kan de partij haar programma realiseren, maar met Kevin Rudd is de kans op herverkiezing over 2 jaar groter. De optimale oplossing is natuurlijk dat Julia Gillard premier blijft en dat Kevin Rudd zijn populariteit bij de kiezer gebruikt om haar te steunen, maar zo werkt het niet in de politiek. Nergens trouwens. Bij de strijd om de macht doen rationele argumenten er nauwelijks toe.

maandag 20 februari 2012

Plannen en vrijheid



Na precies twee weken Australië ben ik in de hoofdstad, Canberra aangekomen. Ruim 3 maanden heb ik om Australië rond te rijden. Je zou denken (en dat dacht ik aanvankelijk ook) dat je dan heel relaxt en zonder tijdsdruk elke dag kunt bekijken waar je morgen weer eens heen zult gaan. Dat geldt tot op zekere hoogte natuurlijk ook, maar er blijken zo gaandeweg toch wel wat zaken die de keuzevrijheid kleiner maken dan gewenst en gedacht. Zo wil ik bijvoorbeeld naar Tasmanië en niet met het vliegtuig, maar met de veerboot. Die moet echter ruim van tevoren besproken worden op straffe van het betalen van heel hoge tarieven. Ik heb dus gereserveerd, waardoor ik op 22 februari in Melbourne moet inschepen. In de ruim 2 weken tussen 6 en 22 februari moet ik dus van Brisbane naar Melbourne zien te komen en dat beperkt natuurlijk de vrijheid om ergens langer te blijven hangen. Na een weekje Tasmanië kom ik op 1 maart weer in Melbourne aan en heb dan nog 2,5 maand voor de rest van de rondtocht. Dat biedt flink wat ruimte voor relaxt en tijdsdrukvrij toeren zou je zeggen, maar helaas, Pasen valt hier op het zuidelijk halfrond ook op 8 april. Met Pasen hebben de Australische kindertjes 2 weken vakantie en die worden op ruime schaal gebruikt om vakantie te vieren. En dan het liefst in het warme noorden, want in het zuiden is de herfst dan begonnen. Dat betekent dat de hotels en motels en vakantieparken in het noorden al vroeg volgeboekt zijn en dat de prijzen vanaf 1 april soms met een factor 2 stijgen. En als je je dan realiseert dat er niet zoveel van die plaatsen zijn in dat zeer matig bevolkte noorden en dat je toch elke nacht ergens moet slapen kom je al snel tot de conclusie dat het wijs is om in sommige plaatsen vroeg te reserveren. Dat heb ik dus maar gedaan.
Ik wil bijvoorbeeld een weekje in Broome verblijven in het noord-oosten, maar Broome is heel erg populair bij de vakantievierende Australiër. Ik moet nu dus op 26 maart in Broome zijn. Ik vertrek weer op 1 april, omdat vanaf die datum de prijzen schrikbarend omhoog gaan (geen aprilgrap!). En omdat ik op 26 maart in Broome moet zijn moet ik de reis naar Broome daarop afstemmen en wordt mijn vrijheid in de periode na Broome ook beperkt. Geen wereldschokkende problemen allemaal, maar het vergt toch allemaal wat meer planning dan ik eerst hoopte. Maar ach, ondertussen is het hier mooi weer en geniet ik van mijn trip en in Holland is het koud en nat. Verder is Job Cohen afgetreden en Prins Friso door een lawine bedolven. Ik bedoel maar; hier zijn minder problemen dus ik blijf nog maar even.

zondag 19 februari 2012

Kangoeroes en papegaaien



Even een paar dagen 'rust' genomen in een holiday park in de Blue Mountains. Volgens de beschrijving bereikbaar via een ook voor 2-wiel aangedreven autos goed berijdbare gravelweg van 30 km. Dat klopte. De gravelweg was prima, maar na de toegangspoort moest ik nog een paar kilometer steil bergaf een vallei in over een zandweg die zwaar te lijden had gehad van het natte weer van de laatste maanden. Een stevige afdaling met hier en daar flinke dalings/stijgingspercentages en veel geulen en gaten. Heel langzaam en schuddend en bonkend uiteindelijk aangekomen bij de receptie. Het park blijkt een soort aards paradijs. Een dicht bebost rivierdal, dat door de omringende bergen beschut wordt tegen de wind, waardoor het hier op 300 meter hoogte 5-10 graden warmer is dan aan de kust. Er lopen kangoeroes en wombats rond en in de rivier leven vogelbekdieren. Verder allerlei soorten geschubd en gevleugeld gedierte, waaronder papegaaien en veel muggen en andere steekgrage insekten (echte paradijzen bestaan niet). De kangoeroes zijn zo gewend aan mensen dat ze vrolijk tussen de cabins rondhuppen.
Nadeel daarvan is dat je overal moet uitkijken voor kangoeroepoep (echte paradijzen bestaan niet). Er zijn veel wandelpaden, maar voor veel van de wandelroutes moet je de rivier oversteken, lees doorwaden en dankzij de regen van de laatste tijd staat die zo hoog dat waden niet echt goed te doen is. Ik heb daarom vooral op mijn overdekte terras in de schaduw gezeten, met mijn e-reader en een koud pilsje bij de hand. Geen last van e-mail en telefoon, want er is geen net en ook geen TV. Een prima plaats om even tot rust te komen tussen de autoritten door. Echte natuur, dat heb je hier nog.

maandag 13 februari 2012

Van Byron Bay naar Port Macquarie


Ik ben van Byron Bay, het meest oostelijke punt op het Australische vasteland, zo'n 500 km naar het zuiden afgezakt en ben in Port Macquarie (uitspreken als Port Mekwérrie en niet als Port Mékkerie, anders word je uitgelachen) aangeland. Wat me vooral opviel tijdens die trip is de slechte kwaliteit van veel wegen hier. De Pacific Highway die ik grotendeels gevolgd heb is een van de 2 belangrijke verbindingswegen tussen Brisbane en Sydney, maar de weg is op veel plaatsen slecht onderhouden. Vooral veel potholes, die je op zo'n schaal niet verwacht in belangrijke wegen in een modern land als Australië. Het wordt nog erger als je de steden en dorpen ingaat. Byron Bay is een belangrijk toeristencentrum en Port Macquarie is dat ook, maar de straten zijn op veel plaatsen in een slechte staat. Ik sprak iemand die zei dat het extreem natte weer van de afgelopen maanden de belangrijkste oorzaak van de slechte wegen is. In Europa heb je vooral na de winter veel schade aan wegen, door de combinatie van vorst en water. Vriezen doet het hier echter niet. Smoesjes dus, van die Australiers.

De route zelf is niet vreselijk interessant. Er is vanaf de weg niet veel te zien. Asfalt met bomen en struiken aan de kant van de weg, dat is het wel zo'n beetje. Het wordt anders als je van de weg afgaat en naar de kustplaatsjes rijdt. Daar heb je vaak prachtige uitzichten op baaien en stranden, met wit zand en hoge golven. Port Macquarie is zo'n stad, gelegen aan de monding van een rivier, zo'n 400 km ten noorden van Sydney, met een haven en veel fraaie baaien en stranden, waar volop gesurfd wordt. Verder een aangenaam centrum, toeristisch, maar niet overdreven druk. Het bevalt me hier wel. Een leuk detail, dat ik ook al op andere plaatsen zag is de versiering van de golfbrekers. De meeste havens zijn net zoals bij ons voorzien van golfbrekers. Die zijn opgebouwd uit grote rotsblokken, waar toeristen teksten op hebben achtergelaten. Op sommige stukken is elke steen voorzien van kleurige beschilderingen met herinneringen. Een heel fleurig gezicht en je hebt tijdens de wandeling nog wat te lezen ook. Soms zijn de meldingen heel uitbundig, met gebruik van verf en mozaiek en ik zag zelfs hier en daar tegeltjes. Moeten wij maar overnemen in Nederland.

woensdag 8 februari 2012

Terra Australis


Ik heb mijn prachtige Nieuw Zeeland, met zijn groene bergen en dalen, vulkanen en geisers, meren en rivieren, zee en strand ingeruild voor Australië, in wezen een enorme dorre woestijn met een groen randje. Waar begint een mens aan. Maar goed, Australië dus. Ik ben de Australiëreis begonnen met een verblijf van 2 dagen in Brisbane, de derde stad van Australië met pakweg 2 millioen inwoners. Het hart van de stad is een verzameling wolkenkrabbers, zoals in elke grote stad, maar de stad krijgt charme omdat de brede Brisbane rivier door de binnenstad meandert.
Die rivier levert een extra transportroute. Je kunt met de watertaxi of met snelle catamarans soms sneller, maar in ieder geval prettiger van A naar B dan met het gewone openbaar vervoer, ook al is dat goed georganiseerd en ruim voorhanden. De binnenstad ziet er modern en goed verzorgd uit, met een enorm aantal koffieshops (waar je, in tegenstelling tot bij ons koffie kunt krijgen). De inboorlingen houden van hun koffie,vaak genuttigd met een zoete of hartige hap. Net zoals bij ons verschijnt er allerlei bedelend gevogelte als je op een terrasje van je koffie met hap geniet. De duiven zien er overigens wel wat anders uit dan bij ons. Een prettige stad, Brisbane, voor zover grote steden prettig zijn.
Op woensdag heb ik mijn auto opgehaald en ben aan de grote rondtocht begonnen. 70 km ten zuiden van Brisbane ligt Surfers Paradise, maar je waant je daar in Benidorm.
Een lang strand geflankeerd door enorme wolkenkrabbers. De hoogste is met meer dan 250 meter zelfs het hoogste gebouw in Australië. Ten noorden en zuiden van Surfers Paradise loopt het strand nog 10-tallen kilometers door, dus je vraagt je af waarom iedereen precies op die plaats vakantie wil vieren. Het is er veel te druk en luidruchtig, naar mijn smaak. De hele dure appartementen worden overigens vooral bezet door gepensioneerden. Surfers Paradise is het Florida van Australië, met temperaturen boven 20 graden het hele jaar door. Een goed klimaat om je laatste jaren door te brengen. In januari en februari regent het er soms behoorlijk en daar heb ik nu even last van. Ik ben in Byron Bay, het oostelijkste puntje van het land en het stortregent al de hele nacht en ochtend. Heb ik mooi tijd om even de blog bij te werken.

donderdag 2 februari 2012

Rotorua


Rotorua is een van de plaatsen op deze wereld waar je je heel dicht bij het binnenste van de aarde voelt. De aardkorst is hier wat dunner dan elders en dat uit zich door allerlei vulkanische verschijnselen, zoals warmwaterbronnen, geisers, pruttelende modderpoelen en een penetrante zwavellucht. In de stad verdwijnen er af en toe huizen zomaar in een groot gat dat er eerder niet was en vlak bij het centrum zijn plaatsen zijn waar je beter niet kan gaan wandelen. Af en toe zijn er wat heviger verschijnselen. In 1886 barstte de Tarawera vulkaan, op pakweg 20 km van het stadscentrum uit, met als gevolg dat er een groot aantal kraters ontstond in de aansluitende Waimangu vallei. Nu, na 120 jaar dampt en stoomt de vallei nog steeds. Er is een hemelsblauw meer, waarvan het water gemiddeld zo'n 75 graden is, niet echt lekker zwemwater dus. In de vallei is een wandelpad aangelegd, zodat je de diverse verschijnselen relatief veilig kunt bekijken.

Dit is het gebied van een van 's-werelds supervulkanen. Bij de uitbarsting van een supervulkaan wordt er zoveel as en materie de dampkring in geslingerd dat het klimaat op aarde voor jaren beinvloed kan worden. De laatst bekende supervulkaanuitbarsting was ook hier. Die leidde in het jaar 181 tot het ontstaan van Lake Taupo, een meer van 600 vierkante km.

Een fijn land, Nieuw Zeeland. Bij ons in Holland wil er wel eens wat zee- of rivierwater het land op lopen, maar hier laat de natuur zich van een wat aggressievere kant zien. Aardbevingen en vulkaanuitbarstingen en altijd de kans dat de wereld onder je voeten ontploft. Toch slaap ik best lekker. Beter wellicht dan het Nederlands echtpaar dat ik in de Waimanguvallei tegenkwam. De man klaagde dat zijn creditcard niet werkte. Bij nadere beschouwing bleek het geen creditcard maar zijn bankpas te zijn. Goed voorbereid op reis vrienden, dat is het parool!

No comments:

Post a Comment