maandag 27 februari 2012
Tasmanië
Hier op Tasmanië wordt het Australische vasteland met enig
vertoon van ironie het 'noord-eiland' genoemd. Tasmanië is 1,5 keer Nederland en
het noord-eiland is 44 maal zo groot als Nederland, dus er is wel sprake van een
Calimerocomplex. De inboorlingen hier zijn echter heel trots op hun eiland. Dat
snap ik ook best want mooi is het hier zeker. Als Australië een dorre woestijn
met een groen randje is, is Tasmanië een enorm bos met een agrarisch randje.
Driekwart van het eiland is beschermd natuurgebied. Op het hele eiland wonen
pakweg 500.000 mensen dus je mag wel zeggen dat het dun bevolkt is. Ik sprak
daarover met een moteleigenaar, die wel wist dat Nederland druk bevolkt is maar
zich daar geen goed beeld bij kon vormen. Ik heb hem voorgesteld om alle 22
millioen Australiërs zich allemaal in Tasmanië te laten vestigen. Dan zou de
bevolkingsdichtheid in de buurt komen van die van Nederland.
Ik maak in een weekje een tour
rond het eiland, tegen de klok in, met verblijf in wat fraaie kustplaatsjes en 2
dagen in de hoofdstad Hobart. Hobart is een relaxte stad, zonder de hoogbouw en
de allure van Sydney of Melbourne. De sfeer hier heeft wel wat weg van die in
een gemiddelde Nederlandse provinciestad. Hobart heeft een heel aantrekkelijk
havenfront, met kades en oude warenhuizen die zijn omgebouwd tot luxe
restaurants en hotels. Hobart, met 200000 inwoners en Launceston, met 75000 zijn
de enige 'grote' steden. Verder zijn er veel aangename kustdorpjes, waarvan ik
er een paar heb leren kennen. Stanley, in het noord-oosten is misschien wel de
leukste. Het dorp ligt op een landtong aan de voet van een puistachtige berg,
de kern van een miljoenen jaren geleden uitgedoofde vulkaan. De vulkaan is
volledig weg geërodeerd, maar de harde basaltkern staat er nog. 'The Nut',
noemen de inboorlingen hem. Overmorgen zit de Tasmanië trip er alweer op en ga
ik met de veerboot terug naar Melbourne.
Maar eerst een dagje TV. Vandaag
wordt de Oscaruitreiking integraal uitgezonden en daar kijk ik altijd graag en
met enige verbazing naar. Voor die uitzending wordt het einde van de politieke
soap uitgezonden die hier in Australië al wekenlang woedt. Er is een strijd om
het leiderschap van de labourpartij gaande tussen de huidige premier en haar
voorganger. Vandaag kiezen de labour parlementariers wie ze als leider willen.
De keuze is tussen een competente, maar weinig populaire en weinig mediagenieke
manager (Julia Gillard, de huidige premier) en haar incompetente maar populaire
uitdager (Kevin Rudd, haar voorganger die halverwege zijn regeringstermijn werd
vervangen). Met Julia Gillard aan het hoofd kan de partij haar programma
realiseren, maar met Kevin Rudd is de kans op herverkiezing over 2 jaar groter.
De optimale oplossing is natuurlijk dat Julia Gillard premier blijft en dat
Kevin Rudd zijn populariteit bij de kiezer gebruikt om haar te steunen, maar zo
werkt het niet in de politiek. Nergens trouwens. Bij de strijd om de macht doen
rationele argumenten er nauwelijks toe.
maandag 20 februari 2012
Plannen en vrijheid
Na precies twee weken Australië ben ik in de hoofdstad,
Canberra aangekomen. Ruim 3 maanden heb ik om Australië rond te rijden. Je zou
denken (en dat dacht ik aanvankelijk ook) dat je dan heel relaxt en zonder
tijdsdruk elke dag kunt bekijken waar je morgen weer eens heen zult gaan. Dat
geldt tot op zekere hoogte natuurlijk ook, maar er blijken zo gaandeweg toch wel
wat zaken die de keuzevrijheid kleiner maken dan gewenst en gedacht. Zo wil ik
bijvoorbeeld naar Tasmanië en niet met het vliegtuig, maar met de veerboot. Die
moet echter ruim van tevoren besproken worden op straffe van het betalen van
heel hoge tarieven. Ik heb dus gereserveerd, waardoor ik op 22 februari in
Melbourne moet inschepen. In de ruim 2 weken tussen 6 en 22 februari moet ik dus
van Brisbane naar Melbourne zien te komen en dat beperkt natuurlijk de vrijheid
om ergens langer te blijven hangen. Na een weekje Tasmanië kom ik op 1 maart
weer in Melbourne aan en heb dan nog 2,5 maand voor de rest van de rondtocht.
Dat biedt flink wat ruimte voor relaxt en tijdsdrukvrij toeren zou je zeggen,
maar helaas, Pasen valt hier op het zuidelijk halfrond ook op 8 april. Met Pasen
hebben de Australische kindertjes 2 weken vakantie en die worden op ruime schaal
gebruikt om vakantie te vieren. En dan het liefst in het warme noorden, want in
het zuiden is de herfst dan begonnen. Dat betekent dat de hotels en motels en
vakantieparken in het noorden al vroeg volgeboekt zijn en dat de prijzen vanaf 1
april soms met een factor 2 stijgen. En als je je dan realiseert dat er niet
zoveel van die plaatsen zijn in dat zeer matig bevolkte noorden en dat je toch
elke nacht ergens moet slapen kom je al snel tot de conclusie dat het wijs is om
in sommige plaatsen vroeg te reserveren. Dat heb ik dus maar gedaan.
Ik wil bijvoorbeeld een weekje
in Broome verblijven in het noord-oosten, maar Broome is heel erg populair bij
de vakantievierende Australiër. Ik moet nu dus op 26 maart in Broome zijn. Ik
vertrek weer op 1 april, omdat vanaf die datum de prijzen schrikbarend omhoog
gaan (geen aprilgrap!). En omdat ik op 26 maart in Broome moet zijn moet ik de
reis naar Broome daarop afstemmen en wordt mijn vrijheid in de periode na Broome
ook beperkt. Geen wereldschokkende problemen allemaal, maar het vergt toch
allemaal wat meer planning dan ik eerst hoopte. Maar ach, ondertussen is het
hier mooi weer en geniet ik van mijn trip en in Holland is het koud en nat.
Verder is Job Cohen afgetreden en Prins Friso door een lawine bedolven. Ik
bedoel maar; hier zijn minder problemen dus ik blijf nog maar even.
zondag 19 februari 2012
Kangoeroes en papegaaien
Even een paar dagen 'rust' genomen in een holiday park in
de Blue Mountains. Volgens de beschrijving bereikbaar via een ook voor 2-wiel
aangedreven autos goed berijdbare gravelweg van 30 km. Dat klopte. De gravelweg
was prima, maar na de toegangspoort moest ik nog een paar kilometer steil bergaf
een vallei in over een zandweg die zwaar te lijden had gehad van het natte weer
van de laatste maanden. Een stevige afdaling met hier en daar flinke
dalings/stijgingspercentages en veel geulen en gaten. Heel langzaam en schuddend
en bonkend uiteindelijk aangekomen bij de receptie. Het park blijkt een soort
aards paradijs. Een dicht bebost rivierdal, dat door de omringende bergen
beschut wordt tegen de wind, waardoor het hier op 300 meter hoogte 5-10 graden
warmer is dan aan de kust. Er lopen kangoeroes en wombats rond en in de rivier
leven vogelbekdieren. Verder allerlei soorten geschubd en gevleugeld gedierte,
waaronder papegaaien en veel muggen en andere steekgrage insekten (echte
paradijzen bestaan niet). De kangoeroes zijn zo gewend aan mensen dat ze vrolijk
tussen de cabins rondhuppen.
Nadeel daarvan is dat je overal
moet uitkijken voor kangoeroepoep (echte paradijzen bestaan niet). Er zijn veel
wandelpaden, maar voor veel van de wandelroutes moet je de rivier oversteken,
lees doorwaden en dankzij de regen van de laatste tijd staat die zo hoog dat
waden niet echt goed te doen is. Ik heb daarom vooral op mijn overdekte terras
in de schaduw gezeten, met mijn e-reader en een koud pilsje bij de hand. Geen
last van e-mail en telefoon, want er is geen net en ook geen TV. Een prima
plaats om even tot rust te komen tussen de autoritten door. Echte natuur, dat
heb je hier nog.
maandag 13 februari 2012
Van Byron Bay naar Port Macquarie
Ik ben van Byron Bay, het meest
oostelijke punt op het Australische vasteland, zo'n 500 km naar het zuiden
afgezakt en ben in Port Macquarie (uitspreken als Port Mekwérrie en
niet als Port Mékkerie,
anders word je uitgelachen) aangeland. Wat me vooral opviel tijdens die trip is
de slechte kwaliteit van veel wegen hier. De Pacific Highway die ik grotendeels
gevolgd heb is een van de 2 belangrijke verbindingswegen tussen Brisbane en
Sydney, maar de weg is op veel plaatsen slecht onderhouden. Vooral veel
potholes, die je op zo'n schaal niet verwacht in belangrijke wegen in een modern
land als Australië. Het wordt nog erger als je de steden en dorpen ingaat. Byron
Bay is een belangrijk toeristencentrum en Port Macquarie is dat ook, maar de
straten zijn op veel plaatsen in een slechte staat. Ik sprak iemand die zei dat
het extreem natte weer van de afgelopen maanden de belangrijkste oorzaak van de
slechte wegen is. In Europa heb je vooral na de winter veel schade aan wegen,
door de combinatie van vorst en water. Vriezen doet het hier echter niet.
Smoesjes dus, van die Australiers.
De route zelf is niet vreselijk
interessant. Er is vanaf de weg niet veel te zien. Asfalt met bomen en struiken
aan de kant van de weg, dat is het wel zo'n beetje. Het wordt anders als je van
de weg afgaat en naar de kustplaatsjes rijdt. Daar heb je vaak prachtige
uitzichten op baaien en stranden, met wit zand en hoge golven. Port Macquarie is
zo'n stad, gelegen aan de monding van een rivier, zo'n 400 km ten noorden van
Sydney, met een haven en veel fraaie baaien en stranden, waar volop gesurfd
wordt. Verder een aangenaam centrum, toeristisch, maar niet overdreven druk. Het
bevalt me hier wel. Een leuk detail, dat ik ook al op andere plaatsen zag is de
versiering van de golfbrekers. De meeste havens zijn net zoals bij ons voorzien
van golfbrekers. Die zijn opgebouwd uit grote rotsblokken, waar toeristen
teksten op hebben achtergelaten. Op sommige stukken is elke steen voorzien van
kleurige beschilderingen met herinneringen. Een heel fleurig gezicht en je hebt
tijdens de wandeling nog wat te lezen ook. Soms zijn de meldingen heel
uitbundig, met gebruik van verf en mozaiek en ik zag zelfs hier en daar
tegeltjes. Moeten wij maar overnemen in Nederland.
woensdag 8 februari 2012
Terra Australis
Ik heb mijn prachtige Nieuw
Zeeland, met zijn groene bergen en dalen, vulkanen en geisers, meren en
rivieren, zee en strand ingeruild voor Australië, in wezen een enorme dorre
woestijn met een groen randje. Waar begint een mens aan. Maar goed, Australië
dus. Ik ben de Australiëreis begonnen met een verblijf van 2 dagen in Brisbane,
de derde stad van Australië met pakweg 2 millioen inwoners. Het hart van de stad
is een verzameling wolkenkrabbers, zoals in elke grote stad, maar de stad krijgt
charme omdat de brede Brisbane rivier door de binnenstad meandert.
Die rivier levert een extra transportroute. Je kunt met de
watertaxi of met snelle catamarans soms sneller, maar in ieder geval prettiger
van A naar B dan met het gewone openbaar vervoer, ook al is dat goed
georganiseerd en ruim voorhanden. De binnenstad ziet er modern en goed verzorgd
uit, met een enorm aantal koffieshops (waar je, in tegenstelling tot bij ons
koffie kunt krijgen). De inboorlingen houden van hun koffie,vaak genuttigd met
een zoete of hartige hap. Net zoals bij ons verschijnt er allerlei bedelend
gevogelte als je op een terrasje van je koffie met hap geniet. De duiven zien er
overigens wel wat anders uit dan bij ons. Een prettige stad, Brisbane, voor
zover grote steden prettig zijn.
Op woensdag heb ik mijn auto opgehaald en ben aan de grote
rondtocht begonnen. 70 km ten zuiden van Brisbane ligt Surfers Paradise, maar je
waant je daar in Benidorm.
Een lang strand geflankeerd
door enorme wolkenkrabbers. De hoogste is met meer dan 250 meter zelfs het
hoogste gebouw in Australië. Ten noorden en zuiden van Surfers Paradise loopt
het strand nog 10-tallen kilometers door, dus je vraagt je af waarom iedereen
precies op die plaats vakantie wil vieren. Het is er veel te druk en
luidruchtig, naar mijn smaak. De hele dure appartementen worden overigens vooral
bezet door gepensioneerden. Surfers Paradise is het Florida van Australië, met
temperaturen boven 20 graden het hele jaar door. Een goed klimaat om je laatste
jaren door te brengen. In januari en februari regent het er soms behoorlijk en
daar heb ik nu even last van. Ik ben in Byron Bay, het oostelijkste puntje van
het land en het stortregent al de hele nacht en ochtend. Heb ik mooi tijd om
even de blog bij te werken.
donderdag 2 februari 2012
Rotorua
Rotorua is een van de plaatsen
op deze wereld waar je je heel dicht bij het binnenste van de aarde voelt. De
aardkorst is hier wat dunner dan elders en dat uit zich door allerlei
vulkanische verschijnselen, zoals warmwaterbronnen, geisers, pruttelende
modderpoelen en een penetrante zwavellucht. In de stad verdwijnen er af en toe
huizen zomaar in een groot gat dat er eerder niet was en vlak bij het centrum
zijn plaatsen zijn waar je beter niet kan gaan wandelen. Af en toe zijn er wat
heviger verschijnselen. In 1886 barstte de Tarawera vulkaan, op pakweg 20 km van
het stadscentrum uit, met als gevolg dat er een groot aantal kraters ontstond in
de aansluitende Waimangu vallei. Nu, na 120 jaar dampt en stoomt de vallei nog
steeds. Er is een hemelsblauw meer, waarvan het water gemiddeld zo'n 75 graden
is, niet echt lekker zwemwater dus. In de vallei is een wandelpad aangelegd,
zodat je de diverse verschijnselen relatief veilig kunt
bekijken.
Dit is het gebied van een van 's-werelds supervulkanen. Bij
de uitbarsting van een supervulkaan wordt er zoveel as en materie de dampkring
in geslingerd dat het klimaat op aarde voor jaren beinvloed kan worden. De
laatst bekende supervulkaanuitbarsting was ook hier. Die leidde in het jaar 181
tot het ontstaan van Lake Taupo, een meer van 600 vierkante km.
No comments:
Post a Comment